
“Wij hebben geen ‘die-ras-spora-, maar een diasporabeleid’, wierp de intussen overleden minister van Buitenlandse Zaken, Winston Lackin (2010-2015), als verweer op tijdens een fel debat over het buitenlandbeleid van die toenmalige regering. Het woord diaspora blijkt zowel in de samenleving als in de politiek een beladen gewicht te hebben. Het sentiment dat met een diasporabeleid de focus voornamelijk wordt gericht op de Surinaamse Hindostaanse gemeenschap in Nederland, kan niet langer onder de mat worden geschoven. Anderzijds is het een feit dat de lang verwachte handreiking vanuit de politiek, om Surinamers in het buitenland te betrekken bij de ontwikkeling van hun geliefde Suriname, eindelijk wordt uitgestoken.